Als gevolg van het compacte stadsbeleid (gebrek aan natuur,
speelruimte, rust, enzovoort) vertonen stedelingen compensatiegedrag
en gaan op zoek naar verschillende vormen van verblijfsrecreatie
in een rustige, meestal ‘groene’ omgeving;
de volkstuin, de sta-caravan of het strandhuisje bijvoorbeeld.
In dat kader is een buitenverblijf ontworpen in de Gooi-
en Vechtstreek voor stedelingen met een laag inkomen.
Van oudsher is de Vechtstreek, één van de
fraaiste gebieden van Nederland en vlakbij Amsterdam,
het buitenverblijfgebied voor mensen met het hoogste inkomen.
Dit buitenverblijf bestaat uit twee geklimatiseerde droomwerelden
(bos en water) die het hele jaar door gebruikt kunnen
worden (Buckminster Fuller). De ene staat in een bosomgeving,
de ander in een waterrijk gebied.
Ieder gebouw bestaat uit 120 woonplekken. Dat betekent
een dorp met circa 360 inwoners.
Om de stedeling zo dicht mogelijk bij die natuur te brengen
en de verblijfskosten laag te houden is de eenvoud van
de camping als uitgangspunt genomen. Voor de transparante
huid, die over de binnenwereld wordt gespannen (180x200
meter) om het Nederlandse weer te trotseren, is gekozen
voor standaardelementen uit de productiekassenbouw, typerend
voor het Nederlands gecultiveerde landschap en met lage
bouwkosten.
De bosvariant is verder uitgewerkt vanwege zijn nummer
één positie op de voorkeurslijst van verblijfslandschappen.
De boskas staat midden in het bos, heeft een rafelige
rand en verschillende patio’s, die elk verschillend
zijn geprogrammeerd (boomhutten, hangmatten, enzovoort)
om het bos optimaal te laten binnendringen en te laten
beleven.
Verspreid door de kas zijn er themakassen met een afwijkende
hoogte. De verschillende klimaten worden gescheiden door
glazen wanden. Dit maakt het mogelijk om er ook iets anders
dan het Nederlands groen te laten groeien. Zo krijg je
het gevoel echt weg te zijn uit het alledaagse leven.
Deze ruimten hebben steeds andere thema’s, zoals
dat bijvoorbeeld ook is gedaan bij de Hortus in Amsterdam
of de Nationale plantentuin in Meise (B). Zo is er een
themaplek met bijzondere vlinders, een volièrekas
met tropische vogels (voor het geluid!), een woestijnkas
met cactussen zo groot als bomen, een waterkas waar je
kan baden tussen waterplanten zoals de 's nachts bloeiende
reuzenwaterlelie Victoria Amazonica. De thema’s
worden onderling verbonden door de ‘belevingsroute’.
Aan de themakassen bevinden zich kleine gebouwen met algemene
voorzieningen voor de circa 360 mensen (toiletten, douche,
wasruimte, enzovoort). Deze ruimten vormen de schakel
tussen de themakassen en het gematigde klimaat en zijn
de centrale ontmoetingsplekken.
De woonplek heeft binnen het algemene groen de kleinste
afmeting (6,4x6,4 m). Men kan kiezen uit een gelimiteerd
woonverblijf als ‘de box’ of ‘het dek’
met handige dubbel functies (tafels worden bedden, zitgelegenheid
is opbergkast, enzovoort). Hier kan men doen en planten
wat men wil. Deze vrijheid zal de diversiteit en rijkdom
aan groen enorm doen toenemen.
Dit is het land van de Afrikaantjes en Kaapse Viooltjes.
Hier voelen wespen en bijen zich op hun gemak. Altijd
het warme gevoel van de zon en ook het warme zondagsgevoel:
alle dagen zondag.